Een van de officiële wedstrijdtakken was (en is) het schoonspringen. Voor de oorlog werd hier met behoorlijk succes door Mosa aan deelgenomen. Tijdens de kringwedstrijden op 16-8-1934 behaalde het Mosa-lid Frans Pannemans hierbij al een tweede plaats, met drie verplichte en twee vrije sprongen van verschillende moeilijkheidsfactoren.
De verplichte sprongen bestonden uit: een zweef- sprong met aanloop, een zweefsprong rugwaarts uit stand ruglings en een snoeksprong voorwaarts uit stand ruglings, alle van de 3-meterplank. Hij wist zijn successen in de volgende jaren nog aanzienlijk te verbeteren, bij Limburgse en Zuid-Nederlandse zwemkam- pioenschappen. Later was het Baerke Kramer (H. Kramer) die de successen van Pannemans een tijd lang wist te prolongeren.

Vanaf 1939 komen we echter geen kranteknipsels m.b.t. het schoonspringen meer tegen, en rond 1960 werd bij een verbouwing de "hoge" van het Sportfondsenbad afgebroken. Daarmee was een einde gekomen aan de mogelijkheid om deze wedstrijdtak van de zwemsport nog te beoefenen.