Waterpolo

Als er één soort zwemmer is, die zich kan beroepen op een uiteindelijke watervaardigheid, dan is dat wel de waterpolospeler.
Naast het nuttigheidselement voor deze ontwikkeling van het zwemmen, heeft het ook een element in zich van het zuivere spel, een soort spel dat de beoefenaar dwingt tot training en opleidt tot het overwinnen van vaak moeilijke omstandigheden.
Het spel kan door mannen en vrouwen gespeeld worden en vanaf 13 jaar tot het tijdstip van scheiden, dat slechts bepaald wordt door de gezondheidstoestand van de deelnemer, of diens gebrek aan tijd, animo of gelegenheid.
Eén van de mooie kanten van het waterpolo is, dat de uitzonderlijke waterbeheersing al doende komt. Vroeger was waterpolo ook een spel dat hardheid bracht. Voor competitiewedstrijden lag de minimumtemperatuur op 16°C en voor toernooien op 15°C. Spelen onder dergelijke omstandigheden kweekte zoals te begrijpen is, doorzettingsvermogen aan. Waterpolo was, en is, een spel van grote snelheid, voorzover de weerstand van het water dit tenminste toelaat.