Herstart
Hoewel de zwaarwichtige penningmeester Jan Nellissen de verenigingskas had weten te bewaren, waren de uitgaven na de oorlog er toch de oorzaak van dat Mosa de buikriem aan moest halen.
Omdat het Sportfondsenbad onbruikbaar was geworden werden na de oorlog de eerste trainingen weer opgepakt in Nijmegen. Door de oorlog was veel veranderd, maar er bleef ook veel hetzelfde. De paters Augustijnen controleerden de schutting tussen het mannen- en vrouwendeel van Zwembad “De Onderste Molen “ nog steeds op gaatjes, want er mocht geen aanstoot worden gegeven tot oneerbaar gluren.
Mia v.Gasselt, Annie Peeters, Sef Drost en Huubke Kramer, kampioenen uit de oorlogstijd, zorgden ook na de oorlog weer voor Mosa-successen. Een nieuwe generatie diende zich aan met Jeanne van Dinteren, Fien Raymann, Ben Hagens en de gebroeders Nieuwenhuizen. Helaas overleed voorzitter van Gasselt.
In 1948 zette de zwemvereniging Rooms katholiek voor haar naam. Pater Bariër werd geestelijk adviseur. Het hielp de vereniging echter in prestatief opzicht niet echt vooruit. Onder voorzitter Eissens kwam er echter weer meer vaart in, ook al was het met vervoer nog steeds slecht gesteld. Zo was een oude vrachtwagen het enige vervoermiddel om deel te kunnen nemen aan een wedstrijd in Swalmen.