Op 10 augustus bleek dat Mosa al honderd leden had en op 15 augustus mocht de jonge vereniging al de kringwedstrijden organiseren in “Zweminrichting “De Onderste Molen”. Een jaar later gevolgd door de Zuid-Nederlandse zwemkampioenschappen.
Door de snelle naamsbekendheid werd Mosa uitgenodigd naar wedstrijden in Ter Worm, Heerlen en Valkenburg. Op 21 september 1935 opende het inmiddels helaas verdwenen Sportfondsenbad haar deuren. Nu kon er zomer en winter worden getraind. De prestaties namen hierdoor flink toe. Helaas kwam er een einde aan de lange afstandswedstrijden in de Maas. Het had een mooie traditie kunnen worden, ofschoon de toenemende vervuiling van de Maas er waarschijnlijk toch een einde aan zou hebben gemaakt.
Dansen bij Kuulkes
Na de wedstrijden of soms ook na de training werd er gedanst in Feestzaal Kuulkes, die werd geëxploiteerd door de opa van Mosa-lid Baer Kramer. Natuurlijk werd de zwemsport niet alleen beoefend uit sportiviteit. Het was ook een mogelijkheid voor jongens en meisjes om elkaar te treffen. Vooral de dames die zwommen werden aanvankelijk in de stad nagewezen. Zwemmen door meisjes getuigde in die tijd toch vrije opvattingen en daar werd tijdens de preken in de kerk stevig tegen tekeer gegaan. Het mocht niet baten, gedanst en gesjanst werd er toch. Ook al moest de contributie bij elkaar worden geschraapt en moest men zich vaak wat ontzeggen om mee te kunnen blijven doen.